Hoe gaat het met je?
‘Hoe gaat het met je?’ is een hele normale vraag om bij iemand te informeren hoe hij of zij zich voelt. De laatste weken vind ik dit nog steeds een beleefde vraag, maar ook een ingewikkelde. Eigenlijk weet ik niet zo goed wat te antwoorden. Als ik zeg dat het goed gaat, want gelukkig die dagen zijn er ook, verwachten mensen misschien dat het hersenletsel ‘over’ is. Als ik zeg dat het niet zo goed gaat, kunnen mensen schrikken van dit antwoord. Natuurlijk heb je altijd nog de zin ‘het gaat goed naar omstandigheden’, maar die past niet zo bij mij. Te correct, te gevoelloos. Ik zeg dus dat ik het een lastige vraag vind en dat is natuurlijk ook een antwoord.
Zo waren mijn gezin en ik uitgenodigd bij een kleine buurtborrel. We hebben de laatste maanden behoorlijk wat nieuwe buren gekregen (yep, veel verbouwingen en geluidsoverlast) en het leek hen leuk elkaar eens te ontmoeten. Dit is voor mij het hoogste level van energievreters, maar ik ben te nieuwsgierig naar de gezichten achter de stemmen aan de andere kant van de schutting. En ja, een vastgeroeste overtuiging ‘want zo hoort het’ speelt ook mee. Vooraf bedenk ik me of ik ga vertellen over mijn hersenvliesbloeding. Ik besluit om het open te laten.
We zijn met vier gezinnen veelal met kleine kinderen. Dit wordt een kort bezoekje. Als ik mezelf voorstel en onmiddellijk de namen van de nieuwe bewoners vergeet, ga ik rustig op een stoel zitten. Een beetje van de groep af. Een aardige jonge moeder komt bij me zitten en nadat ik een aantal vragen over haar kinderen gesteld heb, komt de onvermijdelijke vraag hoe het mij gaat.
‘Op dit moment ben ik herstellende van een hersenvliesbloeding.’
Bam. Aan haar schrikreactie zie ik dat die binnen komt. Het was eruit voordat ik er erg in had.
‘Maar ik zit bij een revalidatiecentrum waar ze me super goed begeleiden. Gelukkig had ik geen uitvalverschijnselen, dus over een paar maandjes zal ik wel een heel eind zijn.’
De tactiek verzachten en verkleinen werkt ook dit keer. Haar gezicht ontspant. Dan wordt ze geroepen door haar jongste zoon en ons gesprek is afgelopen. Had ik meer willen vertellen? Ik weet het niet.
De volgende keer zeg ik: ‘Vandaag gaat het goed’ of ‘Vandaag heb ik even een mindere dag’. Dat is vast een stuk gemakkelijker.