Bosrand
Ik heb een paar weken niet geschreven, omdat ik heel lang twijfelde of ik het wel wilde delen. Wat als het namelijk niet lukt of wat als het uiteindelijk niet door kan gaan vanwege welke reden dan ook? En of het nu te maken heeft met het boek dat ik onlangs las Tussen twee werelden van Suleika Jaouad met als ondertitel wat bijna doodgaan mij leerde over het leven of dat het gewoon even tijd nodig had, ik weet het niet. Toch ga ik het wereldkundig maken, want wat is nu HET?
Ik ga in april naar Utah (USA) voor CognitiveFX; een behandeling voor mijn hersenletsel. En hoewel ik niet te hoge verwachtingen wil hebben wat voor kwaliteit van leven ik terug ga krijgen, mijmer ik er wel veel over. Hoe gaat mijn toekomst eruit zien? Wat zou ik als eerste doen als ik weer meer kan? En als ik weer kan werken, zou ik dan hetzelfde beroep kiezen? Of zou vrijwilligerswerk het hoogst haalbare zijn? Suleika heeft het in haar boek over twee werelden; die van de zieken en die van de gezonden. Als zij na een kankerdiagnose beter wordt verklaard, voelt ze zich letterlijk tussen deze twee werelden in staan. Nu zie ik hersenletsel niet als een ziekte, maar meer als een beperking, toch begrijp ik heel goed waar zij op doelt. Als ik langs de bosrand loop met aan de ene kant het bos en aan de andere kant de weilanden met daarachter de bewoonde wereld voel ik me ook tussen twee werelden staan. Tijdens deze wandelingen moet ik vaak denken aan mijn mogelijke herstel. Blijf ik in het mooie bos waar het rustig is en vertrouwd of ga ik de rand over naar de drukke, levendige wereld bestaande uit feestjes, etentjes en andere social events? De afgelopen twee jaar heb ik het bos omarmd als mijn nieuwe thuis. Ik heb iedere vierkante meter van mijn omgeving goed leren kennen. Ik heb vogelnamen geleerd, vol bewondering bloeiende knoppen bestudeerd en de tijd genomen even stil te staan om naar de bosgeluiden te luisteren en de wind te voelen in mijn gezicht. En eigenlijk vind ik het hier wel fijn. Het leven is gestructureerd en overzichtelijk. Ik weet wat ik kan en wat ik moet laten. En dat kleine minimale leven is best oké. Als ik dan aan de bosrand sta te turen naar de bewoonde wereld, denk ik even: wil ik dat hectische leven wel? Of is die gedachte een soort zelfbescherming? Wat mij het leven in ieder geval geleerd heeft, is dat meebewegen en wel zien hoe de dag zich ontvouwt, het meeste energie oplevert. Als ik al deze overpeinzingen aan mijn man vertel om te checken of ik niet wereldvreemd aan het worden ben, kom ik tot de conclusie dat waar ik ben samen met mijn man en kinderen het altijd fijn is, in welke wereld dat ook is…